Radioactief jodium om de schildklier uit te schakelen wordt meestal met enkele slokjes water ingenomen via een radioactieve jodium-capsule. Het is echter ook mogelijk om een oplossing van radioactief jodium met water te drinken. Vroeger werd radioactief jodium uitsluitend in vloeibare vorm toegediend en stond deze behandeling bekend als “De Slok”.
Om te bepalen hoeveel radioactief jodium er moet worden toegediend, wordt de specifieke schildklieraandoening onderzocht… Maar ook de grootte van de schildklier en de opname-efficiëntie van de schildklier worden getoetst. De hoeveelheid jodium die wordt toegediend is doorgaans kleiner dan je dagelijks via je voeding binnenkrijgt.
Toepassing van “De Slok”
Radioactief jodium wordt toegepast bij verschillende schildklieraandoeningen. De belangrijkste schildklierafwijkingen waarbij radioactief jodium dienst kan doen zijn:
- Schildklierkanker / schildkliertumor
- Te snelle of overactieve schildklier (hyperthyroïdie)
- Struma (vergrote schildklier)
De hoeveelheid radioactief jodium die wordt toegediend is sterk afhankelijk van de hoeveel schildklierweefsel die moet worden uitgeschakeld en dus van de exacte schildklierafwijking. Hieronder lees je meer over de verschillende scenario’s. Een overactieve schildklier, een overactieve schildklier produceert te veel schildklierhormonen, waardoor allerlei gezondheidsklachten kunnen optreden. De schildklier kan gaan “hyperen” vanwege de ziekte van Graves, maar ook vanwege medicijngebruik of een schildklierafwijking. In dat geval wordt slechts een deel van de schildklier vernietigd met radioactief jodium. De dosering is dan beduidend lager dan bij een volledige “Slok”.
- Radioactief jodium om vergrote schildklier te verkleinen
Radioactief jodium kan dienstdoen als de schildklier diffuus vergroot is. Bij een overschot aan schildklierweefsel spreekt men ook wel van schildkliervergroting of diffuus struma. Als de schildklier te groot is, zijn er doorgaans te veel hormoonproducerende schildklierfollikels werkzaam. Met radioactief jodium kan als het ware een schildklierverkleining worden bewerkstelligd.
Sommige patiënten ervaren de tijdelijke schildklierverharding die optreedt als gevolg van het radioactieve jodium als onaangenaam of zelfs pijnlijk.
Schildklieraandoeningen waarbij “De Slok” kan worden gebruikt…
Resultaten van radioactief jodium
Na “De Slok” is het 3 tot 6 maanden afwachten of er een ‘normaal’ werkende schildklier is bereikt. Een normaal fungerende schildklier wordt ook wel ‘euthyreote toestand’ of ‘euthyroïdie’ genoemd. Mocht er nog altijd te veel schildklierhormoon worden geproduceerd, dan is een tweede “Slok” nodig.
Als het radioactieve jodium te veel van de schildklier heeft vernietigd, of als de volledige schildklier is verwijderd… Dan dient de productie van schildklierhormonen voorgoed te worden ondersteund of vervangen met kunstmatige schildklierhormonen (thyromimetica). Bekende medicijnen met synthetische schildklierhormonen zijn onder meer Thyrax®, Euthyrax® & Eltroxin®.
Na de behandeling met J-131…
De duur van de behandeling met radioactief jodium hangt af van de toegediende hoeveelheid jodium en de opname hiervan door het schildklierweefsel. Restjodium dat niet door de schildklier wordt opgenomen verdwijnt grotendeels binnen 24 tot 48 uur via de urine.
Het radioactieve jodium dat wel door de schildklier is opgenomen, verlaat het lichaam veel trager. Bij ontslag uit het ziekenhuis moet de hoeveelheid jodium-131 beneden een vastgestelde norm zijn. Een arts geeft daarom altijd een globale schatting wat betreft de duur van het verblijf. Jodium verliest zijn radioactiviteit overigens erg snel.
Een schildklierverkleining of –verwijdering m.b.v. RAJ heeft meestal geen ingrijpende gevolgen voor de gezondheid. In sommige gevallen kunnen echter (blijvende) stofwisselingsproblemen of vruchtbaarheidsklachten ontstaan. De maanden na ontslag dien je voor de zekerheid zo min mogelijk intiem contact te hebben en zo veel mogelijk afstand bewaren. Tot 6 maanden na de J-131 behandeling mag geen zwangerschap optreden.
Tot slot
Volgens doktoren en andere wetenschappers brengt de behandeling met radioactief jodium relatief weinig risico’s en complicaties met zich mee. Omdat de schildklier het enige orgaan is dat jodium opneemt, loopt de rest van je lichaam nauwelijks schade op door de straling van radioactief jodium.
Echter: dokters hebben ongelijk als ze zeggen dat jodium alleen maar wordt opgenomen in de schildklier: feit is dat het hele lichaam jodium opneemt: in de schildklier, borsten, hersenen, hart, spijsverteringsstelsel, huid, eierstokken, longen, ogen, mond, botten, bloed en ook dat het wordt opgenomen in de productie van hormonen en in het immuunsysteem.
Bedenk: je hebt recht op goede gezondheidszorg. Laat een dokter jou nooit de RAJ of operatie aansmeren – voor hem is het gemakkelijker om Hypothyreoide te behandelen dan hyper – want ze leren het niet op de universiteit hoe ze Graves moeten managen. Dat moeten ze horen van hun patienten, van ons dus