In dit artikel...

    Add a header to begin generating the table of contents
    Scroll to Top

    Antilichamen hebben voor zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto

    https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/having-antibodies-for-both-graves-disease-and-hashimotos-thyroiditis door Eric Osansky
    Volgens onderzoek heeft iemand met één auto-immuunziekte meer kans om in de toekomst andere auto-immuunziekten te ontwikkelen.  Als iemand de ziekte van Graves of de ziekte van Hashimoto heeft, is de kans dus groter dat hij andere auto-immuunziekten ontwikkelt.  Daarom is het natuurlijk belangrijk om de triggers te vinden en te verwijderen en de gezondheid van je immuunsysteem te verbeteren.
    Omdat iemand met één auto-immuunziekte een grotere kans heeft om in de toekomst andere auto-immuunziekten te ontwikkelen, is het niet verrassend dat sommige mensen verhoogde auto-antilichamen hebben voor zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto.  Laten we, voordat ik dit verder bespreek, eerst even kijken naar de drie meest voorkomende typen schildklier auto-antistoffen:

    Schildklierperoxidase antilichamen (Anti-TPO).  Deze worden vaak aangetroffen bij zowel mensen met Hashimoto’s thyreoïditis als bij mensen met de ziekte van Graves, hoewel ze specifieker zijn voor Hashimoto.  En de reden hiervoor is dat wanneer iemand verhoogde TPO-antilichamen heeft, dit betekent dat het immuunsysteem het enzym schildklierperoxidase aanvalt, dat belangrijk is voor de productie van schildklierhormoon.  Als gevolg hiervan zal het hebben van deze antilichamen waarschijnlijk resulteren in hypothyreoïdie, hoewel het vele jaren kan duren voordat dit optreedt.

    Thyroglobuline antilichamen (Anti-TG).  Deze worden geassocieerd met Hashimoto’s thyreoïditis.  Thyroglobuline is een eiwit van de schildklier en het is ook belangrijk voor de productie van schildklierhormoon.  Als iemand deze antilichamen heeft, is de kans groot dat hij na verloop van tijd hypothyreoïdie wordt.

    TSH-receptorantilichamen (TSI).  Deze worden geassocieerd met de ziekte van Graves.  Schildklier stimulerende immunoglobulinen (TSI) zijn het meest voorkomende type TSH-receptor antilichaam.  Als iemand deze antistoffen heeft, betekent dit dat het immuunsysteem de TSH-receptoren aanvalt, wat meestal resulteert in hyperthyreoïdie.  Thyrotropine blokkerende antilichamen (TBAb) zijn een ander type TSH-receptor antilichaam. In tegenstelling tot schildklier stimulerende immunoglobulinen, blokkeert de thyrotopine-blokkerende antistof de TSH-receptor om te voorkomen dat TSH zich bindt. Dit resulteert in hypothyreoïdie.
     

    Wat is de betekenis van het hebben van beide soorten schildklierantilichamen?

    Als je toevallig positief test op zowel de auto-antilichamen voor de ziekte van Graves als die voor de ziekte van Hashimoto, vraag je je misschien af wat dit betekent.  Ten eerste, hoewel het mogelijk is om heen en weer te schommelen tussen hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie, zal in veel gevallen de persoon met beide typen schildklierantistoffen in eerste instantie hyperthyreoïdie of hypothyreoïdie vertonen.  Als iemand bijvoorbeeld verhoogde thyroïd stimulerende immunoglobulinen (TSI), thyroglobuline antilichamen en TPO antilichamen heeft, dan kan er in eerste instantie sprake zijn van hyperthyreoïdie.  Maar na verloop van tijd, als de auto-immuuncomponent niet wordt aangepakt en teruggedraaid, zal de persoon hoogstwaarschijnlijk hypothyreoïdie worden.

    De reden hiervoor is dat zelfs als de persoon in eerste instantie hyperthyreoïdie vertoont, de schade aan de schildklier meestal zal leiden tot hypothyreoïdie, hoewel het vele jaren kan duren om dit punt te bereiken.  En totdat de schildklier aanzienlijke schade oploopt die resulteert in lage of onderdrukte schildklierhormoonspiegels, kan de persoon met auto-antilichamen voor zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto overwegend hyperthyreoïdie hebben.  Aan de andere kant is het ook mogelijk dat ze in eerste instantie niet overwegend hyperthyroïd worden, omdat ze heel goed overwegend hypothyroïd kunnen zijn.  Een ander scenario is dat ze door de jaren heen kunnen schommelen tussen een hyperthyroïde en hypothyroïde toestand.

    Ter verduidelijking: mensen die zowel de ziekte van Graves als Hashimoto’s autoantilichamen hebben, worden misschien nooit overwegend hyperthyroïd.  Het is ook het vermelden waard dat iemand met Hashimoto symptomen van hyperthyreoïdie kan ervaren die niets te maken hebben met verhoogde schildklier stimulerende immunoglobulinen.  De reden hiervoor is dat bij Hashimoto, wanneer het immuunsysteem de schildklier beschadigt, schildklierhormoon vrijkomt in de bloedbaan, waardoor iemand tijdelijk hyperthyreoïdie kan krijgen.

    Deze aandoening wordt ook wel hashitoxicosis genoemd. Dus hashitoxicosis is een voorbijgaande vorm van hyperthyreoïdie die wordt veroorzaakt door het vrijkomen van schildklierhormoon als gevolg van de vernietiging van de schildkliercellen (1). Bij deze aandoening zijn TSH-receptor antilichamen meestal negatief, hoewel sommige mensen schildklier stimulerende immunoglobulinen en/of schildklier blokkerende antilichamen hebben (2).

    Waarom ontwikkelen sommige mensen beide soorten schildklierantilichamen?

    Een van de redenen waarom sommige mensen de auto-antilichamen voor zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto ontwikkelen, is genetica.  Volgens de triade van auto-immuniteit is er voor de ontwikkeling van een auto-immuunziekte een genetische aanleg, een omgevingstrigger en een lekkende darm nodig.  Als iemand de genetische markers heeft voor zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto, dan kan hij antilichamen ontwikkelen voor beide aandoeningen.

    Het is echter niet omdat iemand een genetische marker heeft voor een specifieke auto-immuunziekte dat die persoon die auto-immuunziekte ook zal ontwikkelen.  Nogmaals, de persoon moet worden blootgesteld aan een omgevingsfactor en een lekkende darm hebben.  Het is ook de moeite waard om te vermelden dat, hoewel één enkele omgevingstrigger kan leiden tot meerdere auto-immuunziekten, er momenten zijn waarop blootstelling aan meerdere triggers nodig is.  Als iemand met de genetische markers voor zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto bijvoorbeeld een H. pylori-infectie krijgt, kan dit beide auto-immuun schildklieraandoeningen tegelijkertijd triggeren.  Het is echter ook mogelijk dat de persoon alleen de auto-antilichamen voor één van deze aandoeningen ontwikkelt en dan in de toekomst wordt blootgesteld aan een andere trigger waardoor het lichaam een ander type schildklier auto-antilichaam gaat produceren.

    Is de behandelingsaanpak anders als iemand meerdere schildklierantilichamen heeft?

    Onthoud dat zowel de ziekte van Graves als de ziekte van Hashimoto auto-immuunziekten zijn en dat het bij beide ziekten dus het doel is om de triggers te vinden en te verwijderen.  Hoewel al eerder is gezegd dat er één auto-immuuntrigger kan zijn die leidt tot de ontwikkeling van meerdere auto-antilichamen, zijn er vaak meerdere auto-immuuntriggers.  En dus is er meestal wat speurwerk nodig om de triggers te vinden.

    Hoewel het opsporen van triggers bij de ziekte van Graves en de ziekte van Hashimoto vergelijkbaar is, verschilt de behandeling van de symptomen afhankelijk van hoe de persoon zich presenteert.  Gelukkig zijn de meeste mensen ofwel overwegend hyperthyroïd ofwel hypothyroïd.  Als iemand met beide typen autoantilichamen overwegend hyperthyroïd is (d.w.z. een verlaagd TSH en verhoogde schildklierhormoonspiegels), dan krijgt de persoon meestal antithyroïdemedicatie (d.w.z. Strumazol/thiamazol/PTU).  Aan de andere kant, als iemand overwegend hypothyreoïdie is, wordt hem meestal verteld dat hij schildklierhormoonvervangers moet nemen (meestal levothyroxine).

    In sommige gevallen zullen mensen heen en weer schommelen tussen hyperthyreoïdie en hypothyreoïdie, en dit kan een uitdaging zijn om te managen.  In dit scenario kun je overwegen om je te richten op het moduleren van het immuunsysteem.  Lage dosis naltrexon (LDN) kan hier soms bij helpen, hoewel je ook kunt proberen voedingsstoffen en kruiden te gebruiken om het immuunsysteem te moduleren, waaronder vitamine D, curcumine en selenium.  Ook  is al eerder gezegd dat sommige mensen met Hashimoto tijdelijke hyperthyreoïdie hebben door schildklierhormoon in de bloedbaan als gevolg van schade aan de schildklier.  Hoewel deze persoon uiteindelijk misschien schildklierhormoonvervangers moet nemen, afhankelijk van de omvang van de schade, zou het doel moeten zijn om de gezondheid van het immuunsysteem te verbeteren.

    Moet je je laten testen op alle schildklierantilichamen?

    Hoewel niet gezegd kan worden  dat iedereen getest móet worden op alle verschillende schildklierantilichamen, is het geen slecht idee om dit te doen.  Je kunt aanvoeren dat het proces van het opsporen van triggers niet verschilt, ongeacht of iemand één auto-antilichaam of meerdere auto-antilichamen heeft.  Het einddoel moet echter zijn om ALLE auto-antilichamen te normaliseren.  En het komt voor dat iemand die positief test op alle drie de schildklier auto-antilichamen, normalisatie bereikt met één of twee van de auto-antilichamen, maar niet met allemaal.  En dus als je er maar op één getest hebt en deze normaliseert uiteindelijk, zou je kunnen aannemen dat je in remissie bent, maar er is altijd een kans dat je andere schildklier autoantistoffen hebt die verhoogd zijn.

    Moet je je laten testen op andere autoantilichamen?

    Op basis van wat net gezegd werd, vraag je je misschien af of het een goed idee is om je te laten testen op andere soorten auto-antilichamen.  Iemand met een auto-immuun schildklieraandoening heeft immers niet alleen meer kans op een andere auto-immuun schildklieraandoening, maar ook meer kans op andere soorten auto-immuunaandoeningen.  En hoewel het een grote teleurstelling is om de ziekte van Graves of Hashimoto te hebben, zijn sommige auto-immuunziekten nog erger om te hebben.  Hier zijn slechts een paar van de verschillende auto-immuunziekten die iemand kan hebben:

    • Ziekte van Addison
    • Alopecia areata
    • Ankyloserende spondylitis
    • Ziekte van Behcet
    • Coeliakie
    • Guillain-Barre syndroom
    • Lichen planus
    • Multiple sclerose
    • Reumatoïde artritis
    • Sjögren-syndroom
    • Type 1 diabetes

    Het wordt wel aangeraden om de antilichamen tegen coeliakie te testen, want als iemand positief is, moet hij of zij gluten absoluut permanent vermijden.  En hoewel het voor iedereen een goed idee is om gluten permanent te vermijden, hebben sommige mensen meer overtuigingskracht nodig dan anderen.  Het nadeel is natuurlijk dat een negatief Coeliakiepanel een gevoeligheid voor gluten niet uitsluit, maar dat is een onderwerp voor een ander artikel.  Het is ook belangrijk om te weten dat als je gluten al een tijdje vermijdt, het zinloos is om een coeliakietest te doen. 

    Om terug te komen op de vraag of je moet testen op andere auto-antilichamen: als je een bekende familiegeschiedenis hebt van bepaalde auto-immuunziekten, kan het een goed idee zijn om hierop te testen.  Als je bijvoorbeeld ouders of broers of zussen hebt die positief zijn getest op reumatoïde artritis, dan is het misschien een goed idee om deze auto-antilichamen te laten testen.  Dit geldt vooral als je last hebt van de symptomen die bij deze aandoening horen.  Hetzelfde geldt voor andere auto-immuunziekten.

    De meeste mensen hebben voornamelijk hyperthyreoïdie of hypothyreoïdie, hoewel ze soms schommelen tussen de twee toestanden.  De behandeling van de symptomen zal verschillen afhankelijk van hoe iemand zich presenteert, omdat degenen die overwegend hyperthyreoïdie zijn meestal antithyreoïdiemedicatie zullen nemen, terwijl degenen die overwegend hypothyreoïdie zijn meestal schildklierhormoonvervangers zullen nemen.  Ongeacht of je meerdere schildklier autoantilichamen hebt, of andere soorten autoantilichamen, het doel is om de auto-immuuncomponent om te keren en uiteindelijk alle autoantilichamen te normaliseren.

    [1] (1): https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4906178/

    [2] (2): https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4293664/

    [3] triad of autoimmunity: https://www.naturalendocrinesolutions.com/archives/graves-disease-hashimotos-and-the-triad-of-autoimmunity/

    [4] Methimazole: https://www.naturalendocrinesolutions.com/archives/allergic-to-methimazole-here-are-3-alternatives-to-consider/

    [5] bugleweed: https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/5-nutritional-supplements-and-herbs-that-can-benefit-those-with-hyperthyroidism-and-graves-disease/

    [6] desiccated thyroid hormone: https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/comparing-the-different-types-of-natural-thyroid-hormone/

    [7] Low dose naltrexone: https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/low-dose-naltrexone-and-thyroid-autoimmunity/

    [8] vitamin D,: https://www.naturalendocrinesolutions.com/archives/everything-you-need-to-know-about-vitamin-d-and-more-part1/

    [9] selenium: https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/an-update-on-selenium-and-thyroid-health/

    [10] Celiac disease and Thyroid Health: https://www.naturalendocrinesolutions.com/articles/celiac-disease-thyroid-health/

    [11] Multiple Autoimmune Reactivity Screen: https://www.joincyrex.com/the-cyrex-system/array-5-multiple-autoimmune-reactivity-screen